De stadsverdediging (1122-heden)

© Het Utrechts Archief

 

Kort nadat Utrecht in 1122 stadsrecht kreeg, werd er begonnen aan een eigen stadsverdediging. Aanvankelijk zal die grotendeels hebben bestaan uit een aardenwal met enkele hoge natuurstenen torens. Ook werd er aan elke zijde een stadspoort gebouwd.

Een daarvan was de hier afgebeelde Weerdpoort die ook een waterpoort had voor het scheepvaartverkeer naar de Oudegracht. Op deze tekening uit 1765 is goed te zien dat stadsverdediging toen niet meer in staat van paraatheid verkeerde. De strook land onderaan de muur staat vol met schuurtjes en de waltoren De Bok is verlaagd en overgroeid. (Het Utrechts Archief)




© Het Utrechts Archief

 

In de 14de en 15de werd de omwalling grotendeels vervangen door een bakstenen muur. De Utrechtse stadsverdediging moet toen erg indrukwekkend zijn geweest met 9 meter hoge muren en tientallen torens. Helaas zijn er vrijwel geen afbeeldingen van de middeleeuwse stadsverdediging bewaard gebleven. Deze 19de-eeuwse schets geeft een beeld van de muur en de vele torens in de 15de eeuw. (Het Utrechts Archief)

 


© Het Utrechts Archief

 

De komst van vuurwapens in de late 15de eeuw maakte de Utrechtse stadsverdediging gedateerd. Kort nadat keizer Karel V in 1528 de macht in Utrecht overnam, werd de stadsverdediging gemoderniseerd. Muren werden verlaagd en verstevigd met een aardenwal. Torens en poorten werden vernieuwd en aangepast aan de nieuwe oorlogsvoering. Ook kwamen er ultramoderne bastions die helemaal gericht waren op het gebruik van kanonsvuur. Op deze tekening van Anthonie Waterloo van omstreeks 1660 is de 16de-eeuwse Tolsteegpoort te zien met rechts het bastion Manenburg. In de verte bastion Sterrenburg met rechts de Bijlhouwerstoren. (Het Utrechts Archief)


© Het Utrechts Archief

 

In 1958 kwam een deel van de laatmiddeleeuwse stadsmuur in het zicht tijdens werkzaamheden aan het Physisch Laboratorium aan de Bijlhouwerstraat.

Ook op veel andere plaatsen in Utrecht zijn resten van de stadsverdediging aangetroffen en vaak ook archeologisch onderzocht. Samen met oude tekeningen en schilderijen geeft het een beeld van hoe de Utrechtse stadsverdediging ooit is gebouwd en welke veranderingen er zijn geweest. (Het Utrechts Archief)


©Daan Claessen Gemeente Utrecht

 

De komende tijd willen we de middeleeuwse stadsverdediging in 3D gaan reconstrueren.

Hier alvast enkele werkmodellen, zoals de dubbele Tolsteegpoort hier in vogelvlucht gezien vanuit het zuiden. Rechts de Nicolaaskerk, links de Bijlhouwerstoren en op de voorgrond enkele huizen van het toenmalige voorstadje Tolsteeg.



 


©Daan Claessen Gemeente Utrecht

 

Werkmodel van de laatmiddeleeuwse versie van de Bijlhouwerstoren. De toren behoorde niet tot de oudste verdedigingstoren van de stad. Die waren vierkant, zoals de Smeetoren. Grote bakstenentorens als de Bijlhouwerstoren zijn veelal in de 14de gebouwd. Door de ronde vorm waren ze beter bestand tegen de toenmalige aanvalsmethoden dan de vierkante torens. Mogelijk had de toren een weergang.


©Daan Claessen Gemeente Utrecht

 

Reconstructie van de dubbele Tolsteegpoort gezien vanuit het zuidoosten. Voor de oostelijke poort staan twee wachtershuisjes die gebruikt werden door de poortwachters. Een deel van de grote stenen bruggen moet bestaan hebben uit een houten ophaalbrug, die bij dreigend gevaar omhoog gehaald kon worden. Al met al vormden de twee middeleeuwse poorten samen met de waterpoort een indrukwekkend geheel.


©Daan Claessen Gemeente Utrecht

 

Ook de oorspronkelijke middeleeuwse Catharijnepoort aan de westzijde van de stad moet een imposant gebouw zijn geweest met een grote brug en een hoge voorpoort. Deze poort moest echter in 1529 grotendeels plaats maken voor de bouw van kasteel Vredenburg.


©Daan Claessen Gemeente Utrecht

  De resten van de middeleeuwse Catharijnepoort bleven staan tot er in 1621 een geheel nieuwe en veel modernere poort werd gebouwd die was ontworpen door Paulus Moreelse.

© Het Utrechts Archief

 

De 17de-eeuwse Catharijnepoort met ophaalbrug in 1736. Rechts is nog net een deel te zien van het noordwestelijke bastion van kasteel Vredenburg. Dat deel van het kasteel maakte onderdeel uit van de stadsverdediging en was daarom na 1577 niet gesloopt. (Het Utrechts Archief)


©Daan Claessen Gemeente Utrecht

  De middeleeuwse Wittevrouwenpoort was vergeleken
met de andere drie stadspoorten relatief klein. De hoofdpoort bestond uit een begane grond met twee verdiepingen en een hoge kap. Voor de hoofdpoort stond een voorpoort. Die raakte tijdens de belegering van Maximiliaan van Osstenrijk in 1483 zwaar beschadigd en moest daarop worden vernieuwd. Er waren twee ophaalbruggen: een voor de hoofdpoort en een voor de voorpoort. De Wittevrouwenpoort sloot aan op een belangrijke landroute vanuit het oosten en gaf toegang tot de oostzijde van de stad.

©Daan Claessen Gemeente Utrecht

  In 1648 werd de Wittevrouwenpoort geheel vernieuwd. Het renaissanceontwerp was van Hendrik Aertsz. Struys. Nadat de stadsverdediging in de 19de eeuw niet meer nodig was, werden de muren en poorten een voor een afgebroken. De Wittevrouwenpoort was in 1858 aan de beurt.

©Daan Claessen Gemeente Utrecht

 

De noordelijke stadspoort was de Weerdpoort, die net als de Tolsteegpoort deels ook een waterpoort was voor de scheepvaart op de Oudegracht. Maar in tegenstelling tot de Tolsteegpoort bestond de Weerdpoort slechts uit één landpoort. 


© Het Utrechts Archief

  De Weerdpoort heeft nog tot in de 19de eeuw zijn
middeleeuwse uiterlijk behouden. Hier is de poort te zien op een tekening van D. Verrijk uit 1755. Rechts op de voorgrond is nog een deel te zien van het bastion Morgenster dat gebouwd werd in 1544 en in 1838 is gesloopt.

©Daan Claessen Gemeente Utrecht

  De bastions die omstreeks het midden van de 16de eeuw in Utrecht werden gebouwd, waren voor die tijd zeer moderne verdedigingswerken. De ideeën voor deze vijfhoekige ommuurde aardlichamen waren uit Italië afkomstig. Vanaf de bastions hadden de stadsverdedigers een goed zicht op de buitenkant van de stadsmuren en konden indien nodig met kanonnen op mogelijk belegeraars vuren.

©Daan Claessen Gemeente Utrecht

 

Vanuit de kazematten, die tussen het vijfhoekige bastion en de stadsmuur lagen, kon met kanonnen langs de stadsmuur worden geschoten. Door net boven de waterspiegel te vuren, konden vlotten en bootjes van mogelijke aanvallers worden beschoten.

Doordat de kazematten aan de binnenzijde open waren, kon de rook die vrijkwam bij het afvuren snel worden afgevoerd. Daardoor konden de kanonnen ook weer snel herladen worden. Morgenster is sinds 1838 geheel
verdwenen, maar van de bastions Zonnenburg, Manenburg en Sterrenburg staan nog belangrijke delen overeind in het Zocherplantsoen aan de zuidzijde van de oude stad. Zonnenburg is ook te bezoeken.